
Er zijn veel manieren om de binnenkant van een kledingstuk af te werken: met een beleg, een voering, een (rol of omslag) zoom etc. Een beleg wordt veel toegepast bij de ronde lijnen van halslijnen of armsgaten, waar een zoom niet tot een mooi resultaat zal leiden. Behalve bij armsgaten of halslijnen kan een beleg ook gebruikt worden voor de ronde afwerking van bijvoorbeeld een hele of halve cirkelrok of als de onderkant van je kledingstuk niet mooi recht loopt maar hoekig, zoals bijvoorbeeld bij een vest met punten aan de onderkant.
Een beleg is, in tegenstelling tot de voering, meestal van dezelfde stof als het kledingstuk. Werk je ook met een voering dan wordt deze aan het beleg vast gemaakt. De functie van een beleg is versteviging (vorm vasthouden) maar ook een mooie afwerking die zichtbaar mag zijn als de binnenkant van jouw kledingstuk zichtbaar is. Denk maar aan een beleg bij een jas die openhangt, het beleg is dan zichtbaar, en de jas ziet er meteen mooi afgewerkt uit.
Waar zit een beleg?
Je vindt een beleg dus aan de binnenkant van je kledingstuk, het is dan ook vaak gemaakt van dezelfde stof. Je vindt een beleg aan de binnenkant van een mantel, jas of colbert maar ook een zak en een kraag hebben vaak een beleg. Hetzelfde geldt voor jurken en tops, de hals is hierbij vaak afgewerkt met een beleg. En maak je een mouwloze jurk of top dat zal dat vaak voorzien worden van een los beleg bij de armsgaten of werk je met eendelig beleg waarmee je zowel armsgaten als hals in een keer afwerkt.
Een beleg is dus een handige methode om een kledingstuk netjes af te werken maar soms ook een drama. Vooral als een beleg niet blijft zitten waar het hoort, maar de neiging heeft naar buiten te piepen of om te klappen. Het beleg wordt dan zichtbaar aan de buitenkant en dat is niet de bedoeling! Gelukkig zijn er patroonteken- en naaitechnische oplossingen voor om dit te voorkomen.
Manieren om te voorkomen dat je beleg naar buiten piept
Teken je je eigen patronen, dan teken je het beleg in in het originele patroon van het kledingstuk dat je gaat maken, waarna je het apart overneemt op patroonteken papier. Werk je met een bestaand patroon, dan heeft de patroonmaker het beleg vaak al apart voor je uitgetekend en kun je meteen aan de slag.
Maak het beleg iets smaller
Om er voor te zorgen dat het beleg aan de binnenkant van je te maken kledingstuk blijft, kun je het beleg iets smaller maken dan het oorspronkelijke kledingstuk. Zo kun je het halsbeleg van een top of jurk 2 mm smaller maken op alle plekken waar het beleg aan elkaar of aan het kledingstuk wordt genaaid.


In de zijnaad mag je het beleg zelfs uitlaten lopen tot 4 mm smaller. De onderkant van het beleg is dan 4 mm smaller dan het originele kledingstuk op die plaats.
Bij lange hals-, decolleté- of armsgatnaden, vooral als die naad niet helemaal recht van draad loopt, mag je het beleg maximaal 4 mm smaller maken.
Door het beleg smaller te maken, trekt het beleg de buitenstof als het ware een heel klein beetje naar binnen toe. Hierdoor wordt de kans dat het beleg naar buiten gaat piepen, een heel stuk kleiner gemaakt. En als je daarna ook nog de volgende tip uitvoert, wordt die kans nog kleiner!
Gebruik een haarstiksel

Een wat? Een haarstiksel. Een stiksel dat je op een haarbreedte van een ander stiksel plaatst, vandaar de naam. Bij een beleg zorgt een dergelijk stiksel er voor dat de bovenkant van het beleg, dat vastzit aan het kledingstuk, als het ware gefixeerd wordt en daardoor automatisch naar binnen valt. Voordat je het stiksel kunt plaatsen, zul je eerst wat extra stappen moeten zetten:
- Stik het (alvast afgewerkte) beleg vast aan het kledingstuk en knip de naadtoeslag ongelijk af. De naadtoeslag van het kledingstuk blijft het breedst.
- Leg de naad met de verkeerde kant boven op een perskussen en pers de naad open met de punt van je strijkbout.
- Leg het kledingstuk plat neer, bijvoorbeeld op een mouwplankje, met de verkeerde kant boven en keer het beleg naar buiten. Pers de naaitoeslagen in de richting van het beleg. Let erop dat je het kledingstuk niet kreukt.
Heb je dit allemaal gedaan, dan kun je (eindelijk) het haarstiksel plaatsen. Stik op de goede kant van het beleg, door alle naadtoeslagen heen en dicht langs de gestikte naad. De naad wordt als het ware tegen genaaid en zo wordt voorkomen dat het beleg naar de goede kant van de stof rolt.
Keer het beleg daarna naar binnen, het zal iets naar binnen rollen omdat het smaller is gemaakt. Leg naden zoals schoudernaden op elkaar, rijg het beleg eventueel vast en pers het kledingstuk.
Met bovenstaande tips wordt de kans dat je beleg naar buiten piept, een heel stuk kleiner.
Wil je meer leren over het tekenen van een beleg of patroontekenen in het algemeen? Wordt dan lid van de Patroonteken Academy! In de Academy leer je hoe je een basispatroon tekent en dit aanpast voor jouw figuur. Vervolgens kun je door de Kledingkast neuzen en zien hoe je van deze basispatronen, patronen maakt voor jouw kledingwensen.
Dat is nog eens een praktische tip voor een veel voorkomend probleem. Want een beleg rondom doorstikken om het vast te zetten is op een mooie stof geen mooi zicht.
Thanks!